Nederlanders hebben een hele grote watervoetafdruk. We gebruiken maar liefst 3300 liter water per persoon per dag. Niet uit de kraan, maar via ons eten, kleren en producten. Een kopje koffie bestaat uit ongeveer 2 deciliter water. Maar om de koffie te maken is wel 140 liter water nodig! En dat geldt voor heel veel producten. Zelfs voor producten waar helemaal geen water in zit, zoals een katoenen T-shirt, is water gebruikt. Bij de groei van de katoen en het maken van het shirt. Voor een T-shirt zelfs 2700 liter!
We noemen dit waterverbruik - met een Engels woord – de 'water footprint', de watervoetafdruk. Die geeft aan hoeveel water iedereen individueel gebruikt. Het gaat dan niet alleen om water dat je direct gebruikt door te drinken of te douchen, maar ook om het water dat nodig is geweest om alle andere producten die je eet, draagt of gebruikt te maken. Het Wereld Natuur Fonds heeft laten onderzoeken hoe groot de watervoetafdruk in Nederland is. En toen bleek dat 80 procent van het Nederlandse waterverbruik buiten ons land gebeurt, ook in landen waar water of schoon water niet zo makkelijk te krijgen is als bij ons.
Voorbeelden
In Nederland gebruikt een kind ongeveer 103 liter water. Een volwassen persoon soms wel 127 liter water. Dat is water voor drinken, tandenpoetsen, douchen, afwassen, de wc doorspoelen etc. Maar elke Nederlander gebruikt nog eens 3300 liter water per dag. Dat is de hoeveelheid water die nodig is voor het maken van voedsel, kleding en andere producten.
Een paar voorbeelden van de watervoetafdruk. Hieronder zie je hoeveel liter water je nodig hebt om een bepaald product te maken:
1 glas bier (250 ml): 75 liter water
1 glas melk (200 ml): 200 liter water
1 kop koffie (125 ml): 140 liter water
1 kop thee (250 ml): 35 liter water
1 snede brood (30 g): 40 liter water
1 snede brood (30 g) met kaas (10 g): 90 liter water
1 aardappel (100 g): 25 liter water
1 appel (100 g): 70 liter water liter water
1 katoenen hemd (250 g): 2000 liter water
1 blad A4-papier: (80 g) 10 liter water
1 glas wijn (125 ml): 120 liter water
1 glas appelsap (200 ml): 190 liter water
1 glas sinaasappelsap (200 ml): 170 liter water
1 zak chips (200 g): 185 liter water
1 ei (40 g): 135 liter water
1 hamburger (150 g): 2400 liter water
1 tomaat (70 g): 13 liter water
1 sinaasappel (100 g): 50 liter water
1 paar schoenen (in koeienleer): 8000 liter water
1 microchip (2 g): 32 liter water
Op deze watervoetafdruk heb je veel minder invloed dan op je eigen waterverbruik. Zo kan je de kraan dichtdraaien bij het tandenpoetsen en minder lang douchen. Je kunt echter niet minder water gebruiken voordat je een T-shirt aantrekt. Vanuit Nederland kunnen we wel andere landen helpen om minder water te gebruiken, bijvoorbeeld bij de productie van katoen.
Dorstige gewassen
Het meeste water dat wordt gebruikt, zit in het verbouwen en maken van bijvoorbeeld katoen, koffie, veevoeders (soja en cassave) en cacao. Veel van deze producten en grondstoffen groeien in gebieden waar (schoon) water al best moeilijk te krijgen is. Nederland gebruikt veel water in het buitenland: ons land staat op de derde plaats van de wereldranglijst. Dat komt doordat Nederland klein is en daardoor gedwongen is de meeste grondstoffen en landbouwproducten te importeren uit andere landen. Overigens is de grootte van Nederland niet de enige reden. Per persoon van de bevolking gebruiken we best veel koffie, katoen, cacao en andere producten die afkomstig zijn van ‘dorstige’ gewassen (dat zijn gewassen die veel water nodig hebben).