Home - lesjedorst

Kraanwater maken

Dagelijks zijn veel mensen van Brabant Water bezig met de productie en de distributie van het kraanwater. In Brabant wordt kraanwater gemaakt van water dat diep uit de grond komt. Van heel diep: wel 40 meter tot 300 meter diep! Dat water wordt omhoog gepompt en schoongemaakt. Grondwater bevat nog veel dingen die niet in kraanwater thuishoren, zoals ijzer en allerlei gassen. Om dit er allemaal uit te halen, zorgen we ervoor dat er heel veel lucht door het grondwater heen gaat:

  • De zuurstof uit deze lucht maakt het ijzer vast, waardoor de gassen vanzelf kunnen ontsnappen (dit kan soms stinken naar rotte eieren).
  • Het water gaat door zandfilters, waardoor het ijzer achterblijft in deze filters en het water zakt er verder doorheen.
  • Om het water langer te bewaren en het lekkerder te laten smaken, stoppen we er nog wat extra zuurstof bij.

En klaar is het kraanwater!

Het schone kraanwater wordt opgeslagen in opslagkelders, zogenaamde reinwaterkelders. Vanuit de reinwaterkelders pompen we het kraanwater onder druk het leidingnet in. Uiteindelijk komt het zuivere kraanwater thuis uit de kraan.

Waterleidingen
Vanaf de plek waar het water wordt opgepompt, schoongemaakt en opgeslagen, zijn de waterleidingen het grootst. Door deze leidingen moet dan ook een heleboel water 'vervoerd' worden. Daarom heten deze leidingen transportleidingen. Ze hebben een doorsnee van 20 cm tot wel 1 meter. Deze grote leidingen vertakken zich (denk aan een vork) in dunnere leidingen. Die noemen we de distributieleidingen (distribueren = verdelen). Deze leidingen die het water over Brabant verdelen, vertakken zich na een tijdje in nog dunnere leidingen. Dit zijn de leidingen die bij de huizen aankomen: de dienstleidingen. Uiteindelijk eindigt de leiding bij de watermeter.

Schone grond = schoon kraanwater
Het kraanwater dat uit de kraan komt, komt uit de grond. Als de grond schoon is, hoeft het grondwater minder schoongemaakt te worden dan als de grond vies is. En als er minder schoongemaakt hoeft te worden, dan kost dat bijvoorbeeld minder geld en energie. Iedereen kan meehelpen om ervoor te zorgen dat het grondwater zo schoon mogelijk is. Door bijvoorbeeld geen chemische bestrijdingsmiddelen in de tuin te gebruiken. En door geen olie, benzine en verf op de grond te knoeien.

Altijd schoon water
Brabant Water houdt het water goed in de gaten. Dat doen ze door elke dag monsters (dat is een kleine hoeveelheid om testen) te nemen van het water. We pakken dan een beetje water bij de bron, bij het waterproductiebedrijf, in het waterleidingnet en bij de mensen thuis (uit de kraan) en controleren dit op 60 verschillenden stoffen. Zo houden we de kwaliteit van het water in de gaten, vanaf het moment dat het opgepompt wordt tot het uit de kraan komt. Want het water dat uit de kraan komt, moet natuurlijk altijd schoon zijn.

Natuurlijk moeten dan ook de leidingen waar het water doorheen stroomt goed schoon zijn. Daarom wordt elke leiding waar het water doorheen stroomt eens in de 6 jaar goed schoongemaakt. Zo'n grondige schoonmaakbeurt noemen we spuien.

Betalen voor water
Brabant Water weet precies wie er in Noord-Brabant water krijgt en hoeveel. Iedereen die water gebruikt, dus alle huizen, bedrijven en bijvoorbeeld winkels, heeft namelijk een watermeter. Deze meet hoeveel water gebruikt wordt. Iedereen moet de meterstand 1 keer per jaar aan ons doorgeven. En wij sturen dan vervolgens een rekening. Want water dat uit de kraan komt is wel goedkoop, maar niet gratis.

Water onderzoeken
Om ervoor te zorgen dat we in de toekomst ook nog steeds goed kraanwater uit de kraan krijgen, zijn er bij Brabant Water mensen de hele dag bezig met uitzoeken hoe dat het beste kan. Ze bekijken hoe schoon het grondwater is. Ze meten hoe diep het grondwater zit (en kijken na of dat dieper of minder diep is dan de afgelopen jaren). Ook zoeken ze de plekken waar het meeste water zit. Bovendien praten ze met iedereen die mee kan helpen om ervoor te zorgen dat we over 50 jaar nog steeds goed grondwater hebben. Bijvoorbeeld met de mensen die bepalen of er een nieuw industrieterrein in de buurt van een waterwingebied mag komen.