Home - lesjedorst

Spelen met water

Bij lekker warm weer zijn er genoeg leuke waterspelletjes die je in de tuin kunt doen. We geven je alvast een paar voorbeelden!

Waterballonnenpret
Een klassieker: vul een ballon met water, blaas hem op, knoop hem dicht en gooi hem over. Met z'n tweeën of met een groep kun je hier veel plezier mee te beleven. Wie de ballon laat klappen, heeft verloren. En een nat pak natuurlijk!

Flessenspel
Voor thuis in de tuin, op straat of op de camping. Je kunt het flessenspel spelen met een onbeperkt aantal deelnemers van vier tot honderd jaar. Elke speler moet een plastic fles gevuld met water (zonder dop) voor zich op de grond neerzetten. Zorg dat je goed verdeeld staat op het ‘veld’. Probeer nu met een bal de fles van iemand anders omver te gooien. De speler wiens fles omvalt, mag ‘m pas rechtzetten als hij de bal heeft. Het is de bedoeling dat de fles zo lang mogelijk gevuld is met water. Voor gevorderden: speel het flessenspel met meer flessen en/of ballen per persoon. Probeer dan je voeten maar eens droog te houden!

Waterglijbaan
Met een langwerpig stuk plastic van enkele meters lang kun je een eigen waterglijbaan maken. Leg het stuk plastic op een vlakke en zachte ondergrond, bijvoorbeeld een grasveld. Sproei het plastic nat met een tuinslang en blijf het goed nat houden voor het beste effect. Neem een aanloopje en laat je op je buik over de waterglijbaan glijden. Leuk en lekker koel!

Emmerestafette
Voor dit spel heb je een grote emmer vol water nodig, twee plastic bekertjes en twee lege emmers. De grote emmer vol water is de startplaats, tien meter verderop zet je de twee lege emmers. Twee estafettelopers scheppen telkens water uit de grote emmer in hun bekertje, zetten het bekertje op hun hoofd en rennen naar hun lege emmer om die te vullen. Het bekertje mag met één hand worden vastgehouden. Gevorderden kunnen het ook zonder vasthouden proberen. Degene met de volste emmer heeft gewonnen!

Watermuziek spelen
Water kan klotsen, stromen en bevriezen, maar water kan ook muziek maken. Het enige wat je nodig hebt om watermuziek te maken, zijn een paar even grote glazen flessen, een stokje of lepel en kraanwater. Vul de flessen met verschillende hoeveelheden kraanwater. Tik met een stokje of lepel tegen de flessen. Hoor je het verschil in toon? Om het geluid van een fles te veranderen, vul je water bij of haal je water uit de fles. Maak je eigen waterlied. Om je instrument mooi te maken, kun je alle flessen in een andere kleur schilderen. Je kunt in plaats van slaan met een stokje of lepel ook tegen de opening van de fles blazen. Als je dat even oefent, hoor je een mooie toon. En die toon verschilt per fles.

Uitleg: Als je goed luistert, is je opgevallen: dat hoe meer water er in een fles zit, hoe lager de toon is. Of: hoe minder water in de fles, hoe hoger de toon. Hoe dat komt? Geluid bestaat uit trillingen. Hoe langzamer de trilling, hoe lager de toon. En omgekeerd hoe sneller de trilling, hoe hoger de toon. Als je tegen de fles tikt, gaan het glas van de fles en het water trillen. Dat hoor je als toon. Maar hoe voller de fles, hoe moeilijker en dus hoe langzamer het trillen gaat. En dus: hoe lager de toon.